Studies tonen aan dat buiten spelen tal van voordelen oplevert. Zo zouden kinderen die regelmatig buiten spelen, gezonder en gelukkiger zijn, en langer leven.
Zonlicht op onze huid is namelijk nog steeds de beste natuurlijke bron van vitamine D. Deze vitamine helpt niet alleen bij de opbouw en het behoud van sterke botten, soepele spieren en een sterk gebit, maar ondersteunt ook onze natuurlijke weerstand.
Door buiten te spelen, hebben kinderen meer bewegingsruimte. Ze kunnen zich op motorisch vlak uitleven met fietsen, rennen, klimmen, enz. Ze kunnen luidruchtig zijn, eens goed ravotten en daarbij vies worden. Kortom, ze geraken hun energie kwijt op een positieve manier.
Bijgevolg krijgen overgewicht, stress en vermoeidheid minder snel een kans. Kinderen die veel buiten zijn, kunnen zich beter concentreren en ontspannen.
Bovendien is het zo dat kinderen die opgroeien met regelmatig contact met de natuur, makkelijker een levenslange liefde voor de natuur ontwikkelen en ervoor willen zorgen dat deze behouden blijft.
Enkele tips om onze kinderen meer buiten te laten spelen
1 Geef het goede voorbeeld.
Verwacht niet dat de kinderen buiten gaan spelen, wanneer je het zelf gewend bent om in de zetel voor de televisie te hangen. Ga dus minstens 3x per week naar buiten, voor telkens minstens een half uurtje.
Indien je over een tuin beschikt, is dat snel gebeurd. Is dat niet het geval, trek er dan op uit. Onze contreien kennen voldoende parken en (speel)bossen, blotevoetenpaden, wandel -en fietsroutes doorheen groene landschappen.
Doe dat ook bij minder mooi weer. Voor kinderen bestaat slecht weer (nog) niet. Voorzie hen dan wel van aangepaste kledij: leuke regenlaarsjes om in de plassen te stappen, een regenjasje, en eventueel een parapluutje.
2 Zorg (indien mogelijk) voor een uitnodigende tuin.
Aan alle ouders die gezegend zijn met een mooie buitenruimte, zeg ik: richt je tuin zodanig in dat er veel mogelijkheden zijn voor je kinderen om te ontdekken en te experimenteren.
Een buitenkeukentje, een paadje met boomschors, een windmobiel, een gezellige zithoek, een schommel, een speelhuisje, een moestuintje, enz. Het zijn maar enkele ideetjes om van de tuin een aantrekkelijke speelruimte te maken.
3 Zorg voor voldoende mogelijkheden om tijd door te brengen in de natuur.
Indien we niet beschikken over een tuin, is het aan ons als ouders om onze kroost voldoende in contact te brengen met de natuur.
Zeker wanneer je in de stad woont (zoals wij) is het geen overbodige luxe om regelmatig een uitstap te plannen naar een park, (speel)bos, of natuur- en recreatiedomein.
4 Maak van buiten spelen en zijn een fijne ervaring.
Toegegeven, onze kroost aanmoedigen om hun schermpjes af te zetten en buiten te gaan spelen, is makkelijker in de lente en de zomer.
Zo kunnen we op zoek gaan naar insectjes, vogels of andere bewoners van het bos. Ook kunnen we forten bouwen, badmintonnen, met de bal spelen, een opblaasbaar zwembadje zetten, een tenten-slaapfeestje houden, allerlei bewegingsspelletjes doen, knutselen met natuurlijke materialen, een insectenhotel maken, en nog zoveel meer.
Onze kinderen ook tijdens de koudere seizoenen buiten actief bezig houden, kan wat meer uitdaging met zich meebrengen.
Toch bestaan er heel wat spelletjes die we ook buiten kunnen doen tijdens de frissere maanden (ijsbowling!). Ook kunnen we een vogelvoederhuisje, muziekinstrumenten, of een eigen windgong maken van natuurlijke materialen. En die materialen moeten dan natuurlijk eerst verzameld worden tijdens een boswandeling.
Luisterspelletjes (vogel- of dierengeluiden in het bos raden) -en aanraakspelletjes (boomschors, sneeuw, enz.) behoren eveneens tot de mogelijkheden. Daarnaast kan een boswandeling met een frisse neus wonderen doen voor het gezinshumeur.
5 Geef je kind de ruimte om vrij buiten te spelen…
Als ouder zijn we soms bang dat ons kind tijdens het klimmen uit de boom zal vallen, of dat hij door een bij zal gestoken worden. Ook aan de straatkant spelen kan veiligheidsrisico’s met zich meebrengen.
Het klopt dat buiten spelen onze kinderen aanmoedigt om hun grenzen te verleggen. Bovendien zijn jonge kinderen vaak nog niet in staat om op een veilige manier alleen buiten te spelen.
Bijgevolg is het belangrijk om voldoende toezicht te blijven houden.
Toch hebben onze kinderen het nodig dat we vertrouwen op hen, zodat ze al spelenderwijs kunnen leren omgaan met het nemen van (verantwoorde) risico’s.
6… maar bouw het zelfstandig buiten spelen gaandeweg op.
Laat je kind (indien mogelijk) eerst alleen buitenspelen in de achtertuin.
Dit biedt al heel wat mogelijkheden om het spel van onze kinderen te observeren. Wat spelen onze kinderen graag? Hoe spelen ze het spel? Doen ze het rustig aan of wordt het opeens heel snel wild?
Hou rekening met de situatie van je kind.
Is ons kind alleen of zijn er oudere broertjes/zusjes die meegaan? Of zijn er buurtkinderen die op een bepaald uur komen buitenspelen? Wonen we in een rustige buurt of ligt onze woning juist in de nabijheid van een drukke verkeersader?
Is ons kind op de hoogte van de verkeersregels? Weet ons kind wat hij moet doen als er iets misloopt (bijvoorbeeld de bal die de straat oprolt)? Heeft ons kind al tijdsbesef; kan hij klok lezen? Weet hij dat hij niet zomaar mag meegaan met (on)bekende mensen?
Bouw het buiten spelen in de buurt of op straat op.
Aanvankelijk kan je als ouder nog wat in de buurt blijven. Gaat dat goed, dan kan je af en toe 5 minuutjes naar binnen gaan. Verloopt ook dat vlot, dan kan je die 5 minuten geleidelijk aan uitbreiden naar 10 à 15 minuten.
Maak concrete afspraken bij het alleen buiten spelen.
Hoe concreter de afspraken (waar, met wie, hoe lang, enz.), hoe duidelijker je bent voor je kind.
Je kind mag bijvoorbeeld een half uurtje met zijn vriendjes buitenspelen tussen het huis met de donkergroene brievenbus en de hoek van de straat.
Kan je kind nog niet (voldoende) klok lezen, dan kan je spreken in termen van “als de grote wijzer op de 6 staat”. Of je kan een kookwekkertje meegeven. Zet dan wel een tweede timer ter controle voor jezelf.
Hou er rekening mee dat je naar alle waarschijnlijkheid je kind zelf binnen zal moeten roepen. Tijdens het spelen wordt de tijd immers gemakkelijk uit het oog verloren.
Zeg je kind dat als één van de vriendjes vraagt om bij hem thuis te komen spelen, je kind dit eerst moet komen vragen aan jou. Deze afspraak geldt ook als iemand (on)bekend vraagt om mee te gaan.
Laat je kind weten dat als hij ruzie krijgt met één van de vriendjes en ze er niet in slagen om het zelf op te lossen, dat je kind dan best naar huis komt. Hetzelfde als hij gepest wordt of zich pijn doet.
Geef je kind tenslotte mee dat dat jullie je eigen afspraken maken, en dat de ouders van zijn vriendjes misschien andere afspraken hebben. Dat voorkomt een hoop discussie.
Ga regelmatig (onopgemerkt) kijken of alles goed loopt.
Twijfel je of alles wel in orde is, dan is dit een goede manier om na te gaan of je kind in staat is om zich aan de gemaakte afspraken te houden. Ook voor jezelf is het een mooie oefening in het leren loslaten van je kind.
Loopt alles volgens afspraak, vergeet dan niet om je kind bij thuiskomst een oprecht compliment te geven.
Lukte het je kind niet om zich aan de afspraken te houden, laat dan onmiddellijk weten wat de gevolgen daarvan zijn: voorlopig enkel onder toezicht buiten spelen, of enkel in de achtertuin.
Besluit
Wil je graag meer lezen over de verschillende fasen in de spelontwikkeling van een kind?
Ga dan zeker naar mijn blogpost over “Waarom spelen zo belangrijk is voor de ontwikkeling.“