
We weten het allemaal: in het dagelijkse leven met kinderen kan het er af en toe chaotisch aan toe gaan.
Zeker tijdens de peuter- en kleuterjaren kan het soms best pittig worden.
Kinderen begrijpen immers (nog) niet altijd wat ze nodig hebben, maar ze willen van alles en nog wat. De hele tijd!
In “Aanvaardbaar en onaanvaardbaar gedrag” zagen we dat we bij het bepalen van grenzen en regels in de opvoeding van onze kinderen vooral vanuit onszelf vertrekken.
In dit artikel wil ik er graag op wijzen dat het de moeite loont om onszelf ook eens in de wensen van ons kind te verplaatsen en vervolgens een gezonde afweging te maken.
Dat anderzijds neen zeggen écht nog wel mag. En dat we evengoed alsnog ja moeten durven zeggen als we geen duidelijke, zinnige reden hebben voor onze initiële neen.
Dat driftbuien echt rot kunnen zijn (zeker met publiek in de buurt).
Maar dat onze kinderen dit doen omdat ze nog geen blijf weten met hun emoties, en dus niet omdat ze ons eens goed te kijk willen zetten.

Machtsstrijd
Tijdens de opvoeding van onze kids belanden we van de ene dagelijkse situatie in de andere.
Als al die aankleed-momenten, maaltijden, tandenpoets- en bedtijd-rituelen een machtsstrijd worden, zijn er eigenlijk maar twee uitkomsten: ofwel wint ons kind, ofwel winnen wij.
De kans dat wij ouders winnen, is echter sowieso al groter omwille van ons geestelijke overwicht.
Waar een winnaar is, is onvermijdelijk ook een verliezer. Wanneer ons kind in dit scenario geregeld de verliezer is kan dit op lange termijn schadelijk zijn voor de positieve band die we met ons kind hebben.

Zoek naar een gulden middenweg tussen je eigen wensen en die van je kind
Dit is ongelooflijk belangrijk, aangezien we dagelijkse situaties niet voortdurend in een machtsstrijd willen laten ontaarden.
De ganse tijd met conflictsituaties over alledaagse dingen moeten omgaan is immers niet alleen super vermoeiend. Het is evenmin bevorderlijk voor een gelukkig gezinsleven. Probeer met andere woorden om zoveel mogelijk uit een machtsstrijd te blijven.
Betekent dit dan dat ons kind in alles zijn zin mag doen? Neen, tuurlijk niet. Het is echter wel een uitnodiging om onszelf steeds eerlijk te durven afvragen waarom we eigenlijk (echt) neen zeggen.

Geef kort en duidelijk aan wat je verwacht
Dat kan zoals eerder gezegd eerst en vooral door onze kids zo duidelijk mogelijk uit te leggen wat kan en niet kan door middel van korte en eenvoudige boodschappen.
Hoe duidelijker wij zijn in hetgeen we verwachten, hoe minder we onze kinderen hoeven bij te sturen of hen dingen moeten verbieden.
Zo moet ik bij een wandeling in de buurt regelmatig herhalen aan Kleine Man: “Stop! Niet de straat oplopen; daar rijden auto’s. Dat is gevaarlijk.”
Hij onthoudt het dan nog wel even, maar is het meestal vergeten tegen de volgende keer dat we een blokje om gaan. En dan zijn er uiteraard ook nog de momenten dat hij 5 minuutjes nadat ik het gezegd heb met een twinkel in zijn ogen wil testen of het nog altijd zo is, want misschien is er op die 5 minuten wel iets veranderd, wie weet.

Pas je boodschap aan aan de leeftijd van je kind
Tot en met 4 jaar kunnen we naast het geven van een verbale boodschap ook best hetgeen we willen uitleggen laten zien, voordoen (bijvoorbeeld aan de hand van een knuffeldier of pop) of er samen over lezen.
Vanaf 5 jaar kunnen we meer complexe regels beginnen uit te leggen en al een iets langere uitleg geven.
Maar ook dan is het goed om in ons achterhoofd te houden dat een 5-jarige nog redelijk impulsief is en regels die het in onze ogen zou moeten kennen aan zijn laars kan lappen.
Niet omdat ons kind tegendraads of lastig is, maar gewoon omdat het zijn impulsen nog niet voldoende onder controle heeft. Dat is helaas een oefening die nog minstens 15 jaar kan duren, omdat het menselijke brein pas rond 20 à 22 jaar volledig ontwikkeld is.

Hou je verwachtingen laag
En hou steeds in gedachten: “Het is slechts een fase waar we nu doorheen moeten, ook dit gaat weer voorbij (oef!).”

Neen zeggen en driftbuien
Komt er ondanks onze duidelijke boodschappen toch een botsing tussen wat ons kind wil en wat wij willen, en iedereen weet dat dit stuk onvermijdelijk is, dan zullen we toch ook een (aantal) keertje(s) “nee” moeten zeggen.
Durf neen zeggen wanneer jij vindt dat het moet
Soms lijkt het in onze huidige maatschappij alsof we dat niet meer mogen; “nee” zeggen tegen ons kind.
Kijken de andere mensen in de supermarkt ons met een vuile blik aan omdat Kleine Man vanuit zijn buggy heel gangpad 4 bijeen aan het brullen is en ondertussen met zijn armen en benen in het rond schopt.
(Omdat hij eigenlijk nog een boterhammetje wilde, maar dat niet meer krijgt omdat hij al 2 boterhammetjes op heeft en er straks ook nog een broodmaaltijd volgt. Zucht.)
Alsof ze hoofdschuddend willen zeggen: “ocharme dat kind, dat krijgt geen boterham; wat ben jij een slechte moeder zeg.” Of nog zo’n topper: “Jij hebt duidelijk jouw kind niet onder controle! Tsss.”

Negeer driftbuien en maak je (samen) uit de voeten
Als er een driftbui ontstaat, is negeren vaak de beste reactie. Zowel de driftbui van Kleine Man als de vuile blikken van andere mensen.
In een reflex reactie zeg ik Kleine Man op zo’n moment weleens geïrriteerd dat hij moet stoppen, maar dat heeft eigenlijk geen zin. Ik dring dan toch niet tot hem door.
Hij heeft zijn emoties niet meer onder controle en kan enkel zichzelf nog uitdrukken door te stampvoeten, in het rond te schoppen, of te slaan, op de grond te gaan liggen, eventueel ook nog over de grond te rollen, te brullen, krijsen en gillen.
Ja inderdaad, allemaal heel tof. Door hem te negeren, kunnen de emoties wat zakken. Ondertussen probeer ik me dan zo snel mogelijk uit de voeten te maken; in dit geval, richting kassa…

Bied troost na de bui
Eenmaal gekalmeerd kan ik met troost en begrip terugkomen op wat er net gebeurd is: “Ik begrijp dat jij graag nog een boterhammetje wilde; boterhammetjes zijn ook zo lekker hè. Straks als we aan tafel gaan krijg jij nog boterhammetjes.”
Op die manier voelt mijn Kleine Mannetje zich gehoord, begrepen in wat hij voelt en wil, en heb ik tegelijkertijd toch vastgehouden aan mijn “nee”. Vaak probeer ik ook kort uit te leggen waarom ik “nee” zeg.

Bedenk eerlijk waarom je nee zegt en durf bijsturen
Als ik voor mezelf geen zinnige reden kan bedenken waarom ik “nee” zeg, dan merk ik dat ik daar niet zo aan vasthoud.
Veel ouders lijken bang te zijn dat hun kind leert dat een “nee” geen echte “nee” is als ze niet voet bij stuk houden. Ze denken dat het in de toekomst de deur openzet naar nog meer driftbuien, zodat het kind kan krijgen wat het wil. Ook al hebben ze net “nee” gezegd zonder duidelijke reden.
Persoonlijk geloof ik daar niet in.
Net door elke situatie individueel te bekijken en alle informatie in overweging te nemen geven we ons kind mee dat we zijn behoeften ook belangrijk vinden.
De band met onze kids kan namelijk alleen maar versterken als we onszelf durven bevragen…
“Waar ben ik precies bang voor zodat ik nu nee zeg? Wat zou er kunnen gebeuren als ik wel ja zou zeggen? Heeft hij misschien gewoon echt honger? Kan ik hem in dat geval dadelijk buiten een stukje appel of een kerstomaatje aanbieden?” enzovoorts enzoverder.

Besluit
Helaas bestaat er geen perfecte methode die ons uitlegt hoe we moeten omgaan met onze kids op de momenten dat er chaotisch aan toe gaat. Elk kind is nu eenmaal anders, en wat werkt bij het ene kind kan volledig de mist ingaan bij het andere kind.
Ik merk dat het loont als we voor onszelf uitzoeken welke methode van grenzen stellen het beste bij ons past. Verder helpt het als we ons best doen om onze kinderen zo goed mogelijk te leren kennen, zodat we weten wat werkt bij hen en wat niet.
Bovendien is het helemaal geslaagd als we bij het ontmoeten van elkaars grenzen samen een oplossing zoeken en we ons deugnietje daarin actief kunnen betrekken.
Ook al zijn onze peuters en kleuters nog zo klein en kunnen ze nog niet alles goed onder woorden brengen, ze weten vaak donders goed wat ze willen of net niet.
Wil je graag te weten komen hoe je kan opvoeden zonder al te veel straffen, ga dan zeker naar “Belonen en straffen, waarom opvoeden met zo min mogelijk straf beter werkt.”
Bij dit artikel horen er allerlei leuke extra’s. Die kan je bekijken door lid te worden van De Opvoedcoaching Community op Facebook!
Bronnen:
H. Janssen: “Kinderen vragen om duidelijkheid.” Uitgeverij Rainbow, Amsterdam 1998.
H. Montgomery: “De zeven stappen naar succesvol ouderschap. Van peuter tot kleuter.” A.W. Uitgevers B.V., 2019.
T. Gordon: “De Gordon Methode. Luisteren naar kinderen. Van contact naar verbinding binnen het gezin.” Kosmos Uitgevers, 2020.

