In “Grenzen stellen op een positieve manier” zagen we dat onze kinderen duidelijke grenzen en regels nodig hebben. Zo weten ze waar ze aan toe zijn, en dat geeft hen een veilig gevoel.
De grenzen en regels die wij hanteren in de opvoeding van onze kinderen kunnen in meerdere of mindere mate verschillen van de grenzen en regels van andere ouders.
Dat komt omdat we bij het bepalen van grenzen onszelf al dan niet bewust de vragen stellen: „Wat vind ik aanvaardbaar (gedrag)?”, “Wat vind ik totaal niet kunnen?”, “Waar ligt voor mij de grens?”.
We vertrekken hierbij dus vooral vanuit onszelf.

Wat is voor mij aanvaardbaar of onaanvaardbaar gedrag?
Sommige ouders zullen veel van hun kinderen aanvaarden omdat ze niet snel het gevoel krijgen dat iets niet door de beugel kan. Andere ouders krijgen quasi een hartaanval als hun kind bijvoorbeeld in de zetel gaat rechtstaan. Dat wil niet zeggen dat de ene ouder het bij het juiste eind heeft en de andere niet; ze verschillen gewoon van elkaar.
Zo is er geen enkele wet die het verbiedt dat Kleine Man bijvoorbeeld acht keer na elkaar de lichten aan en uit doet. (True story!) Maar ik als ouder ben misschien bang dat op die manier mijn lichtschakelaars stuk gaan. Of misschien springt er daardoor wel een lamp. Of omg, stel je voor dat hij dat ook gaat doen als we ergens op bezoek zijn?!
Het zijn dan mijn eigen gevoelens die bepalen of ik dit gedrag toesta of net niet.

Mama en papa op één lijn
In een ideale situatie zitten ouders in hetzelfde gezin op één lijn met elkaar. Ook dat is niet altijd het geval. Net als zoveel andere koppels hebben Lief en ik daar evengoed meningsverschillen over, simpelweg omdat we anders opgevoed zijn. Meestal gaat Lief dan een beetje omhoog, ik wat omlaag en zo komen we elkaar altijd wel ergens in het midden tegen.
Het voelt eerlijk gezegd niet altijd prettig aan op het moment zelf dat ik een compromis moet maken. Zeker als het gaat over een thema dat mij na aan het hart ligt.
Mijn ervaring leert me echter dat het vaak net goed is om te reflecteren over waarom ik bepaalde zaken zo belangrijk vind, waarom ik eraan wil vasthouden, en waarom Lief hetzelfde doet.
Het zet de deur open naar een dialoog tussen ons als ouders en als koppel. Die gespreksvoering verloopt het ene moment al wat empathischer en begripvoller dan het andere.
Wij zijn uiteraard ook maar mensen met goede en slechte dagen (knipoog). Gelukkig zitten we tot nog toe meestal wel ongeveer op dezelfde lijn over de heel belangrijke zaken. Hoe dan ook, ook dat is weer een groeiproces en samen komen we daar sterker uit.

Wat met oma en opa?
Ook als we beroep doen op onze ouders en schoonouders voor opvang worden we regelmatig uitgedaagd om voor onszelf na te gaan waar onze grenzen liggen. Denk maar aan alle situaties waarbij wij ons kind iets verbieden of net toestaan, terwijl de grootouders in dezelfde situatie misschien net het omgekeerde doen.
Afhankelijk van hoe belangrijk ik een bepaalde grens vind, probeer ik in mijn achterhoofd te houden dat de grootouders nu eenmaal in een andere rol zitten dan wij als ouder en dat zij soms ook gewoon meer aanvaarden van hun kleinkinderen dan toen wij nog kind waren.
Bovendien is het net goed dat onze kids het principe “ander huis, andere regels” van jongsaf aan meekrijgen. Zo leren ze dat je dezelfde dingen op verschillende manier kan aanpakken, en dat de ene manier niet altijd beter of slechter is dan de andere, maar gewoon anders.

Drie soorten grenzen
Eigenlijk zijn alle grenzen en regels op te delen in drie herkenbare categorieën: grenzen met het oog op veiligheid, grenzen vanuit de eigen behoeften en grenzen vanuit de eigen waarden.
1. Grenzen met het oog op veiligheid
Leg uit waarom we iets gevaarlijk vinden
Onze kids kunnen (nog) niet alle gevolgen van hun eigen handelen inschatten. Naarmate ze ouder worden, zullen ze meer inzicht krijgen in de gevolgen van hun daden en zich daarnaar gedragen.
Als ouder zijn wij als het ware voorgeprogrammeerd om te waken over de veiligheid van onze kids. Zodra er plots een gevaarlijke situatie dreigt te ontstaan, gaan we naar ons beste vermogen ingrijpen om ons kind zo snel mogelijk te beschermen.
Wanneer onze pagadder terug veilig en wel is, is het belangrijk dat we (op het niveau van ons kind) uitleggen waarom we hebben ingegrepen. Een grens zonder verdere uitleg is immers te onduidelijk voor een kind en kan ervoor zorgen dat het niet leert uit de gevaarlijke situatie.

Ga eerlijk om met vragen en verzet
Daarnaast kan elke grens die we aangeven vragen en verzet oproepen bij onze kleine schatten: “Ja, maar…!”
Dat is normaal en vaak ook heel logisch vanuit kinderen hun beleving. Het betekent dat ze meer duiding van ons nodig hebben over waarom we iets zo belangrijk vinden.
Soms wordt met hun verzet heel onze redenering op losse schroeven gezet. Het is dan aan ons om te proberen open te staan voor de argumenten van onze kinderen, maar tegelijk ook in te schatten wat goed voor ze is, wat hun behoeften zijn en waar onze eigen grenzen liggen.
En soms betekent dat dat we voet bij stuk moeten houden, dat onze “neen” een “neen” blijft, ook op de momenten dat we daar geen energie voor hebben. Jonge kinderen weten immers heel vaak nog niet wat goed voor ze is en wat ze nodig hebben.

Maak een gezonde afweging tussen te weinig en te veel veiligheidsgrenzen
Wanneer we onze kleine deugeniet te weinig wijzen op (mogelijk) gevaarlijke situaties, gebeurt er misschien iets ergs dat we hadden kunnen voorkomen.
Gaan we te veel focussen op veiligheidsgrenzen, dan gaan we ons overbezorgd gedragen naar onze kids toe. Op de duur wordt het moeilijk om te genieten van het dagelijkse leven, want overal kan wel gevaar loeren.
Ook hen doen we hier allerminst een cadeau mee. Ze krijgen immers niet de kans om zelf te ontdekken welke gevolgen hun gedrag heeft en om daar zelf verantwoordelijkheid voor te leren dragen. Zo lopen ze het risico om een negatief zelfbeeld en faalangst te ontwikkelen (“Ik kan niets!”).

2. Grenzen vanuit de eigen behoeften
Leer je kind dat mama en papa ook maar gewone mensen zijn
Velen onder ons denken dat ze, zodra ze mama en papa worden, een soort “super mens” moeten worden. Ze gaan zich op een bepaalde manier gedragen omdat ze denken dat ouders zich zo horen te gedragen.
Ze vinden dat ze ten allen tijde consequent, tolerant, en eerlijk moeten zijn. Dat ze hun eigen verlangens opzij moeten zetten voor hun kroost. Dat ze een antwoord op alles en een oplossing voor elk probleem moeten hebben. En dat ze ook nog eens moeten vermijden om de fouten te maken die hun ouders ooit met hen gemaakt hebben.
Wij zijn echter allemaal maar gewone mensen. Elk met onze eigen gebreken en verlangens, onze eigen behoeften aan voldoende slaap en rust, eten, beweging, geborgenheid, respect, plezier, aanvaarding en erkenning, creativiteit, vertrouwen en nog zoveel meer.

Doe regelmatig ook eens iets voor jezelf
Waarom zouden we onze eigen behoeften voortdurend moeten opzij zetten en onszelf wegcijferen voor onze kroost? Waarom zouden we onszelf niet meer mogen zijn nu we ouders zijn?
Kinderen waarderen echtheid en menselijkheid in hun ouders net enorm. Bovendien leren ze van jongs af aan dat andere mensen ook behoeften en verlangens hebben en dat zij daar op gezette tijden rekening mee moeten houden.

Zoek naar een oplossing als jullie behoeften met elkaar botsen
Wat dan te doen op de momenten dat de behoeften van onze kinderen botsen met onze eigen behoeften? Onze kids hebben op zo’n moment duidelijkheid nodig. Die kunnen we hen geven door enerzijds onze eigen behoeften zo helder mogelijk onder woorden te brengen, anderzijds te onderzoeken wat hun behoeften op dat moment zijn.
Daarmee zeggen we eigenlijk aan ons kind: “Jij bent belangrijk, en ik ook. Ik wil graag rekening houden met jou, want ik hou van jou. Maar ik heb op dit moment een andere behoefte dan jij en ik verwacht dat jij daar ook rekening mee houdt. Hoe kunnen we dit oplossen?”

3. Grenzen vanuit de eigen waarden
Geef zelf het goede voorbeeld
Opvoeden bestaat voor een groot stuk uit het overbrengen van onze eigen waarden en normen. Een belangrijke bedenking hierbij is dat we niemand, ook onze eigen kinderen niet, kunnen dwingen om onze waarden en normen over te nemen. Wel kunnen we hier onze invloed op uitoefenen door zelf het goede voorbeeld te geven.
Zo vinden Lief en ik het belangrijk dat ons Kleine Mannetje beleefd is, dat hij de woorden “alstublieft” en “dankjewel” kent. Wij zeggen namelijk zelf ook “dankjewel” als we iets krijgen. Dat doen we niet enkel uit beleefdheid aan mensen die we niet kennen. Wanneer iemand iets hartverwarmend doet voor ons, zijn we oprecht dankbaar en willen we dat laten weten. Dat fijne gevoel dat je krijgt als iemand je een welgemeende danku zegt omdat je iets goeds hebt gedaan, proberen we nu al aan Kleine Man mee te geven.

Praat met je kind over je waarden en normen
Een andere mogelijkheid is praten over onze waarden en normen. Ook bij jonge kinderen kan je dat al doen, zeker vanaf het moment dat ze veel waarom-vragen beginnen te stellen. Al vereist het wel onze eerlijkheid en openheid om na te gaan waarom wij de dingen op een bepaalde manier doen en dat proberen uit te leggen aan onze kids.
Als we onze kinderen de kans geven om op hun beurt te vertellen wat ze daarover denken en waardevol vinden, zonder dat we onmiddellijk een oordeel uitspreken over hun mening, dan geven we ze eigenlijk de kans om gaandeweg te ontdekken “wat is voor mij nu eigenlijk belangrijk in het leven?”

Besluit
Het mag wel duidelijk zijn dat we onze kinderen enorm veel moeten bijbrengen tijdens het opgroeien. Grenzen meegeven aan onze kroost is daarvan één van de moeilijkere dingen. Onze kinderen willen immers voortdurend van alles en soms weten ze eigenlijk niet wat ze willen. Bovendien kunnen ze nog maar moeilijk de gevolgen inschatten van wat ze willen.
Door op een eerlijke manier te kijken naar wat we zelf heel belangrijk vinden en waarom we dat belangrijk vinden, kunnen we toch een zekere rust vinden. Door soms heel bewust te kiezen voor een andere manier van aanpakken. Of te gaan voor een gulden middenweg tussen onze eigen behoeften en de wensen van onze kroost.
In “Machtsstrijd, neen zeggen en driftbuien“, het laatste artikel rond grenzen stellen op een positieve manier, bekijken we wat we kunnen doen om zoveel mogelijk uit conflictsituaties te blijven en enkel die strijd aan te gaan die er echt toe doet voor ons.
Bronnen:
H. Janssen: “Kinderen vragen om duidelijkheid.” Uitgeverij Rainbow, Amsterdam 1998.
H. Montgomery: “De zeven stappen naar succesvol ouderschap. Van peuter tot kleuter.” A.W. Uitgevers B.V., 2019.
T. Gordon: “De Gordon Methode. Luisteren naar kinderen. Van contact naar verbinding binnen het gezin.” Kosmos Uitgevers, 2020.

