Kleine Man en ik waren aan het puzzelen toen ik dringend naar het toilet moest. Wanneer ik mijn toiletbezoek aankondig, blijft mijn ventje doorgaans rustig verder spelen tot ik terug ben. Deze keer volgde hij mij, vermoedelijk in het gedacht dat er spannende dingen stonden te gebeuren: “Ons mama gaat een kakadoo leggen, komt dat zien, komt dat zien!”. Hij vond er niets leukers op dan alle puzzelstukken één voor één mee te nemen en in het toilet binnen te schuiven.
Ik zei hem rustig: “Toilet is geen speelplek, mama is zo klaar en dan puzzelen we verder.” Waarop hij boos werd en de puzzelstukken in het rond vlogen. Hiermee eindigde mijn toiletsessie abrupt en heb ik hem op time out gezet. Er volgde een hoop gebrul (“nee mama, spelen!”), gegil, om zich heen schoppen, …
Zodra ik hem zijn tutje gaf, zweeg hij (gekalmeerd, oef!) en ben ik bij hem gaan zitten: “Gooien mag niet. Toilet is ook geen speelplek. “ Daarmee was ook ineens zijn time out over. Hoewel hij het gooien met spullen op 2 jaar en 10 maanden nog steeds niet afgeleerd is, heeft hij sindsdien niets meer het kleinste kamertje binnen gegooid. Met andere woorden: (een stukje van mijn) boodschap is aangekomen.

Duidelijke grenzen en regels
Voor onze jongste koters is de wereld in veel opzichten nog zo chaotisch, onduidelijk en onoverzichtelijk dat ze behoefte hebben aan veiligheid en zekerheid. Die houvast vinden ze als wij ouders duidelijke grenzen stellen én hier op een consequente manier mee omgaan.
Onze kids gaan die grenzen immers op regelmatige basis op de proef stellen, om te kijken of een grens ook wel echt iets betekent.
Belangrijke bedenking hierbij is dat dit bij hele jonge kinderen niet altijd een bewust proces is. In veel gevallen is het gewoon sterker dan henzelf om bijvoorbeeld nog eens een keertje iets op de grond te gooien of ergens tegenaan te schoppen. Dat heeft dan eerder te maken met hun nog onvolgroeide impuls-controle.
In ieder geval worden we als ouder voortdurend uitgedaagd om duidelijk te zijn in welk gedrag we verwachten van onze kroost.

Het belang van waardering geven
Kinderen hebben niet alleen duidelijke grenzen en regels nodig, maar ook op tijd en stond onze oprechte waardering voor hun positieve gedrag.
Iedereen vindt het fijn om een welgemeend complimentje te krijgen, zo ook onze kids. Gebeurt dat nooit en ligt de focus enkel op grenzen en regels, dan kunnen ze zich (terecht) heel verdrietig en teleurgesteld voelen.

Neerwaartse spiraal
Sommigen onder ons komen zo in de relatie tot hun kids terecht in een neerwaartse spiraal. Ons kind stelt onaanvaardbaar gedrag, waardoor we geïrriteerd geraken. Vervolgens stelt ons kind opnieuw onaanvaardbaar gedrag, dit keer misschien op een andere manier, en we geraken nog geïrriteerder.
Zulke patronen zijn vaak moeilijk te doorbreken, tenzij we als ouder ook naar ons eigen aandeel durven kijken en bereid zijn om aan de slag te gaan met onze “reflex reacties”.
Kinderen die zich onaanvaardbaar gedragen, doen vaak precies wat er van hen verwacht wordt.
Als ze regelmatig te horen krijgen dat ze zich idioot gedragen („kan jij nu nooit eens normaal doen?!”), dan gaan ze zich daar ook daadwerkelijk naar gedragen. Ze hangen dan de clown uit, stuntelen en stellen zich aan.

Hoe die negatieve spiraal doorbreken?
Er is eigenlijk maar één manier om dit te doorbreken: waardering tonen voor gewoon, aanvaardbaar gedrag dat ze de hele dag door laten zien. Dat kan in het begin moeilijk zijn omdat dat „gewone” gedrag als vanzelfsprekend gezien wordt.
Als Lief en ik bijvoorbeeld aan tafel gaan, komt Kleine Man binnen de 5 minuten naar de keuken en loopt hij naar zijn eetstoel. We zijn dit zo gewoon dat we niet meer stilstaan bij het feit dat hij lekker aan het spelen was en daar misschien liever niet mee wil ophouden. De zeldzame keren dat verder spelen het haalt van eten, durft er een driftbui te volgen en schrikken wij hiervan.
Ik geef toe dat er ook momenten zijn dat we niet in de stemming zijn (moe, honger, lange werkdag, enz.) om dan begripvol te reageren met “Ventje toch, jij wilde graag nog wat spelen hé,” en onze waardering uit te spreken: “Wat goed dat je toch aan tafel komt”, en “Na het eten kan je verder spelen.”
Toch is het een kleine moeite die doorgaans snel beloond wordt. Door waardering te geven over in onze ogen heel vanzelfsprekend gedrag, komt er ruimte voor positief gedrag bij het kind en weer positieve reacties bij de ouders enzovoorts.
Lees je graag meer over hoe je aan de slag kan gaan met je “reflex reacties”, ga dan zeker naar “Eerste hulp bij reflex reacties.”

Gedrag afwijzen, niet het kind
“Jij bent niet oké.”
Alle kinderen willen zich geliefd voelen, ze willen de zekerheid dat ze onvoorwaardelijk graag gezien en aanvaard worden door hun ouders. Ook al doen ze soms domme, foute dingen.
Kinderen vatten uitspraken zoals: „Met jou valt geen land te bezeilen!”, „Wat ben je toch weer vervelend!”, „Jij leert het ook nooit!”, „Jij bent echt onmogelijk!”, … vaak en niet ten onrechte op als een totale afwijzing. Eigenlijk krijgen ze met die uitspraken te horen: “Jij bent niet oké.”
Kinderen die geregeld van hun ouders te horen krijgen dat ze “niet oké” zijn, gaan zichzelf op de duur ook zien als niet oké en zich daar naar gedragen.
Omgekeerd geraken ouders die hun kinderen regelmatig een dergelijke boodschap geven, er zelf ook steeds meer van overtuigd dat hun kind niet oké is. Ze gaan het daardoor steeds moeilijker vinden om hun kind te aanvaarden zoals het is.
Wil dat dan zeggen dat onze kinderen altijd gelijk hebben of dat je ze altijd hun zin maar moet laten doen? Nee, natuurlijk niet. Onaanvaardbaar gedrag mag, moet zelfs afgewezen worden, maar gedrag afwijzen is iets heel anders dan een kind afwijzen.

“Het gedrag dat je stelt, is niet oké.”
Door in je achterhoofd te houden dat je kind niet stout is, maar stout gedrag stelt kom je al een heel eind om niet in die valkuil te trappen. Je kan dan zeggen: “Wat jij nu doet, vind ik niet flink”, of “Dat vind ik niet flink van jou,” in plaats van “jij bent niet flink”.
Probeer daarbij zo duidelijk mogelijk te benoemen waarmee je wil dat je kind ophoudt en daaropvolgend zo helder mogelijk te zeggen welk gedrag je dan wel verwacht van je kind.
Kleine Man bijvoorbeeld heeft een periode gehad waarbij hij het blijkbaar nodig vond om met zijn handjes uit te halen als iets hem niet zinde. Af en toe komt dat slaan terug.
Ik reageer(de) daar steevast op met: “Nee, stop met slaan! Wij slaan niet, slaan lost niets op. Kom bij mama.” Doorgaans komt mijn ventje dan bij mij wat staan huilen en vraagt hij naar zijn tutje om te kalmeren. Eenmaal hij die heeft, is het vaak al een stuk beter.
Hoe dan ook probeer ik contact met hem te blijven houden en vraag ik hem om te luisteren naar wat ik te zeggen heb: “Liefje, luister eens naar mama. Ik begrijp dat je boos bent, en je mag boos zijn. Maar slaan doen we niet; slaan lost niets op.”
Eigenlijk slaan we uit onmacht, omdat we niet meer weten wat we moeten doen, omdat we ons hulpeloos voelen.

Besluit
Als we het gedrag van onze kids willen bijsturen, moeten we eerst en vooral weten waar voor onszelf die grenzen liggen en dan op zoek gaan naar een gulden middenweg die voor het hele gezin werkt.
Onze kleine deugnieten hebben immers enerzijds duidelijke grenzen en regels nodig als maatstaf om te weten of iets in orde is of niet. Anderzijds moeten ze de ruimte krijgen om fouten te mogen maken zodat ze kunnen leren uit die fouten. Zoniet zal dit een invloed hebben op hun functioneren in hun latere sociale leven.
In “Aanvaardbaar en onaanvaardbaar gedrag” bekijken we hoe we eigenlijk allemaal anders aankijken tegen wat voor ons (on)aanvaardbaar is en welke grenzen wij belangrijk vinden.
Vind je het moeilijk om op een positieve manier grenzen te stellen? Wil je hier wat meer ondersteuning bij? Ik help je graag op weg! Vul gerust het online contactformulier in, of stuur me een bericht via IG of FB.
Bronnen:
H. Janssen: “Kinderen vragen om duidelijkheid.” Uitgeverij Rainbow, Amsterdam 1998.
H. Montgomery: “De zeven stappen naar succesvol ouderschap. Van peuter tot kleuter.” A.W. Uitgevers B.V., 2019.
T. Gordon: “De Gordon Methode. Luisteren naar kinderen. Van contact naar verbinding binnen het gezin.” Kosmos Uitgevers, 2020.

