Het allereerste dat sneuvelt bij de komst van een nieuwe baby is een goede nachtrust. Dat was bij Kleine Man niet anders. Iedereen in mijn omgeving had ook wel een mening over hoe ik de onderbroken nachten moest tackelen. Sommigen vonden het nodig om me erop te wijzen dat mijn baby van 4 maanden nog niet “doorsliep” en dat “hij zijn ritme had gemist”. Ja, want “hun kinderen sliepen met 2 maanden al flink het klokje rond,” zo vertelden ze er dan trots bij.
Laat duidelijk zijn dat ik doodmoe was op dat moment. Ik had sinds de geboorte van ons Kleine Mannetje geen nacht van 4u aansluitende slaap meer gehaald. Bovendien vond ik zo’n boodschap maar weinig constructief. Erger nog: door die uitspraak voelde ik me een heel slechte moeder. Ook al wist ik diep in mijn hart dat ik niets fout deed.
Doorslapen
In theorie staat 6 uur onafgebroken slaap voor “doorslapen”. Voor mij persoonlijk is doorslapen echter een volwaardige nachtrust van de 8u slaap die ik zelf zo broodnodig heb. Ik vermoed dat veel ouders er net zo over denken.
Wanneer onze baby er effectief toe in staat is om 6u na elkaar te slapen, dat verschilt van kind tot kind. Elk kind is anders en dat is bij slapen niet anders. In principe is het lichamelijk gezien mogelijk wanneer onze baby 4,5 à 5 maanden oud is. Het is echter iets realistischer om dat pas vanaf 6 maand te verwachten. Verderop lees je hoe dat zo komt.
De hierboven vermelde baby’s die al met 8 weken doorsliepen, zijn dus eerder de uitzondering, en zeker niet de norm.
Slaap is levensnoodzakelijk
Voldoende nachtrust is super belangrijk om goed te kunnen functioneren, zowel lichamelijk als mentaal.
Tijdens onze slaap:
* recupereren onze spieren van geleverde inspanningen,
* verwerken onze hersenen opgedane indrukken en informatie,
* maakt ons lichaam groeihormoon aan. Dat is niet alleen belangrijk bij onze kinderen die volop in de groei zijn. Ook als volwassene hebben we hier baat bij. Hierdoor worden immers onze energiereserves weer opgebouwd.
* produceren we de nodige afweerstoffen, namelijk witte T-bloedcellen.
* krijgt onze frontale cortex voldoende energie om cognitieve functies zoals problemen oplossen, prioriteiten stellen en beslissingen nemen tot een goed einde te brengen.
Voldoende slaap zorgt ervoor dat we ons lekker in ons vel voelen, genoeg energie hebben om iets te ondernemen en dingen te onthouden, dat we minder zin hebben in ongezond voedsel en er fris en uitgerust uitzien.
Reden temeer dus om ervoor te zorgen dat we zelf zo snel mogelijk weer voldoende slaap kunnen pakken.
Baby’s slaap
0 – 3 maand
Baby’s hebben nu eenmaal regelmatig voeding nodig. Dat heeft te maken met de grootte van hun maagje. Bij de geboorte heeft een babymaag namelijk de omvang van een druif. Op 3 dagen oud is dat de grootte van een ping Pong balletje en op 10 dagen niet groter dan een kippenei. Bijgevolg hebben ze om de 2 tot 4u honger, helaas voor ons ook ’s nachts.
Daarnaast worden onze kleine hummetjes makkelijk wakker van omgevingsgeluiden. Dat komt omdat ze tijdens hun eerste 2 levensjaren kortere slaapcycli hebben dan volwassenen en niet zo diep slapen als wij. Zo’n slaapcyclus bedraagt slechts 45 tot 50 minuten bij een pasgeborene. De natuur heeft het immers zo voorzien dat een baby licht slaapt zodat hij bij gevaar voor ondervoeding of oververhitting alarm kan slaan. Dat kan een baby enkel door te gaan huilen.
Vervolgens geraken ze weer moeilijk van zichzelf in slaap. Dat houdt makkelijk aan totdat ze 6 maanden oud zijn. Vanaf die leeftijd zijn de meeste kinderen pas in staat om de wakkere momenten tijdens de nacht zelf door te komen, zonder hulp van de ouders en zonder langdurig te huilen.
Ook de zogenaamde Moro-reflex durft flink de nachtrust van ons kleintje te verstoren. Dat is een schrikreflex die ervoor zorgt dat onze baby z’n armen en benen uitstrekt bij hard geluid, temperatuursveranderingen of zijn eigen plotse bewegingen. Gelukkig dooft de Moro-reflex normaal gezien op de leeftijd van 2 tot 4 maanden ook weer uit.
3 – 6 maand
Vanaf 3 maanden begint onze baby al ietsje langer en beter te slapen. Ons kindje kan dan normaal gezien 4u na elkaar slapen om vervolgens wakker te worden voor een voeding. Gerekend vanaf een bedtijd tussen 18u en 20u krijgt ons kleintje zo ongeveer 3 nachtvoedingen en 4 voedingen overdag.
Op de leeftijd van 4 maanden kunnen de meeste baby’s 5u ononderbroken na elkaar slapen. Het maagje wordt groter, waardoor ons kindje grotere hoeveelheden voeding in één keer aan kan. Bovendien is de Moro-reflex nu normaal gezien volledig uitgedoofd.
Ook slaagt onze baby er stilaan in om bij het wakker worden zichzelf te kalmeren door op zijn vingers, hand of fopspeen te zuigen. Hierdoor valt hij makkelijker terug in slaap. We kunnen in deze periode proberen om de nachtvoedingen af te bouwen naar 2 nachtvoedingen.
Op 5 maanden komt daar normaal gezien nog een uurtje bij en zitten we op 6u doorlopende slaap zonder de behoefte aan voeding. Leggen we onze baby bijvoorbeeld om 19u in bed en geven we hem nog een laatste keer te drinken om 23u, dan zou hij normaal gezien tot 5u ’s ochtends moeten kunnen slapen.
Rond de leeftijd van 6 maanden zijn nachtelijke voedingen lichamelijk gezien niet meer nodig. De meeste baby’s zijn dan in staat om 7 à 8u aan één stuk te slapen. Vaak worden ze ’s nachts nog maar 1 keer wakker om te eten. Het helpt dan om tussen 22u en 23u nog een laatste keer voeding te geven.
Doorslapen hangt dus voor een groot deel af van de leeftijd van onze kleine schat, en niet van de hoeveelheid eten overdag of wat er op het menu staat (flesvoeding of borstmelk en/of vaste hapjes).
Slaapt onze baby met andere woorden met 4 maanden nog niet door, dan hoeven we dus niet het aantal melkvoedingen op te drijven of de laatste pap gaan aandikken met rijstebloem.
6+ maanden
Merken we dat onze baby op 7 maanden oud ’s nachts nog steeds de fles of de borst wil, dan kan een associatie tussen slapen en eten de boosdoener zijn.
Zowel baby’s als volwassenen worden ’s nachts regelmatig wakker tussen de verschillende slaapcycli door. Alleen vallen wij weer terug in slaap en zijn we ons er ’s ochtends niet altijd van bewust dat we een aantal keer héél kort zijn wakker geweest.
Wanneer onze baby nog niet in staat is om na elke slaapcyclus weer zelfstandig in slaap te vallen, wordt hij volledig wakker en gaat hij huilen. Meestal is dat het moment waarop we hem te drinken geven terwijl dat eigenlijk niet meer nodig is. De nachtvoeding is dan een gewoonte geworden.
Om deze associatie te doorbreken, kan het helpen om het flesje of de borst op een eerder moment in het slaapritueel aan te bieden, of zelfs helemaal voorafgaand aan de bedtijdroutine.
Een belangrijke bedenking hierbij is dat bij baby’s jonger dan 6 maanden het in slaap laten vallen tijdens het krijgen van de borst géén afhankelijke slaapassociatie is. Borstmelk zit boordevol melatonine.
Dat is een slaap-inducerend hormoon dat baby’s (in tegenstelling tot volwassenen) nog niet zelf aanmaken wanneer het zonlicht (of kunstlicht of het licht van beeldschermen) afneemt. Meer over slaapassociaties lees je hieronder.
Slaapassociaties
Slaapassociaties
Veel baby’s hebben slaapassociaties nodig om in slaap te kunnen vallen. Door een vast slaapritueel te hanteren, krijgen de hersenen namelijk het signaal dat het tijd is om te gaan slapen.
Dat kan bestaan uit één of meerdere van deze onderdelen:
* een badje
* pyjamaatje aan
* een laatste flesje of de borst
* tandjes poetsen vanaf het eerste tandje (op 6 maanden ongeveer)
* liedje zingen
* verhaaltje vertellen of voorlezen
* slaapzakje aan
* knuffel in bed
* over het gezichtje aaien en nog een dikke nachtzoen
Gemiddeld duurt het ongeveer 10 tot 20 min om in slaap te vallen. Dat geldt voor zowel baby’s als volwassenen. Het is dus heel gewoon als ons kindje er even over doet om in slaap te geraken.
Afhankelijke slaapassociaties
Soms volstaat het bovengenoemde slaapritueel niet en heeft onze baby een beetje hulp nodig. Als oververmoeide mama en papa doen we alles wat in onze macht ligt om onze baby in slaap te krijgen. Ik denk hierbij aan onze baby in slaap wiegen op onze arm, baby bij mama en papa in bed nemen, etc.
Voor we het goed en wel beseffen, ontstaat er een afhankelijke slaapassociatieen heeft onze baby steeds onze hulp nodig om naar dromenland te kunnen vertrekken. Dat is geen goed nieuws, als je nog eens terugdenkt aan die korte slaapcycli van onze baby.
Met andere woorden: ons kindje wordt na 45 minuutjes even licht wakker om vervolgens de volgende cyclus in te gaan of echt wakker te worden. Een baby met afhankelijke slaapassociaties zal steeds opnieuw onze hulp nodig hebben om die volgende cyclus te pakken of terug in slaap te vallen.
Veel ouders hebben de neiging om hun baby uit bed te nemen zodra hij wakker wordt. Het kan helpen om ons kindje nog even te laten liggen, zéker als hij niet huilt. Zo krijgt hij de gelegenheid om zelf weer in slaap te vallen. Huilt ons kleintje wel, dan kunnen we proberen hem te kalmeren terwijl hij nog in zijn bedje ligt.
Besluit
Indien je merkt dat je eigen baby niet voldoet aan het gemiddelde beeld zoals hierboven beschreven: onthoud dat elk kind anders is!
Vaak zijn we bang dat we het verkeerd aanpakken omdat ons kindje anders is dan de gemiddelde baby. Of we krijgen ongevraagd goedbedoelde adviezen uit onze omgeving om dit of dat eens te proberen. “Hij zal wel snel doorslapen als je dat doet”! Zucht… En soms kunnen we ons bijzonder eenzaam voelen in onze slapeloze nachten.
Toch wil ik vragen om mild te zijn voor jezelf. Baby’s die niet doorslapen vanaf nacht 1, dat is perfect normaal.
Zelf weer in slaap kunnen vallen tussen die verschillende slaapcycli is een stap in de ontwikkeling die elk kindje pas neemt als hij er zelf klaar voor is.
Volgende week in “Slaap kindje slaap: 3 mythes doorprikt,” bekijken we enkele halsstarrige mythes rond baby’s en slaap. In “Slaap kindje slaap: 8 tips om doorslapen te bevorderen” geef ik een aantal tips om het doorslapen zo snel mogelijk te bewerkstelligen. Want alle beetjes helpen in onze zoektocht naar een deftige nachtrust. En baat het niet, dan schaadt het niet. Toch?
Bronnen:
Susan Willekes: “Slaap! Hoe je baby van 0-12 maanden doorslaapt.” Uitgeverij Spectrum, 2017.
Nathalie Schittekatte: “Slaap, baby, slaap. De slaapgids van 0 tot 6 maanden.” Uitgeverij Lannoo, 2020.
Paul Gheskiere: “Slaap, je tweede leven.” Uitgeverij Roularta Media Group, 1999.