Om eerlijk te zijn vond ik bij de komst van Kleine Man het slaapgebrek één van de moeilijkste dingen om mee om te gaan. Het toeval wil namelijk dat ik iemand ben die tonnen slaap nodig heeft. Ik krijg ronduit belachelijke, bijwijlen paranoïde ideeën als ik gedurende langere tijd slecht slaap.
Op zich lijkt het niet zo gek dat onderbroken nachten je mentale gezondheid ondermijnen, als je weet dat in landen met een bedenkelijk regime slaapdeprivatie als folterpraktijk wordt toegepast.
In “Slaap kindje slaap: over baby’s slaap en slaapassociaties” konden we reeds lezen over doorslapen en slaapassociaties. In het volgende deel van deze reeks “Slaap kindje slaap: 3 mythes doorprikt” kwamen er enkele hardnekkige mythes rond baby’s en slapen aan bod.
In dit artikel zet ik verschillende tips op een rij om goede slaapomstandigheden -en gewoonten te creëren. Ze zijn dus helaas geen garantie dat onze baby één van die zeldzame kinderen wordt, die met 8 weken al vlotjes doorslaapt.
Acht tips om doorslapen te bevorderen
1 Zorg voor een rustige en veilige slaapomgeving
Slaapomgeving
Dat kan bij mama en papa op de kamer zijn, in een eigen bedje of co-sleeper. Dat kan evengoed een eigen slaapkamer zijn.
Verduisterende gordijnen of rolluiken zijn geen overbodige luxe. We willen immers een onderscheid maken tussen dag en nacht.
Het bedje plaatsen we bij voorkeur zodanig dat het hoofdeinde naar het noorden wijst. Best richten we het zo saai mogelijk in: geen speelgoed en ook geen mobiel. We maken de lakentjes strak op, waarbij de voetjes tegen de onderkant van het ledikant komen. En liever gebruiken we zelfs een slaapzak in plaats van lakens, of dat toch zeker de eerste 6 tot 12 maanden.
Kamertemperatuur
Voor baby’s is de ideale temperatuur om in te slapen tussen de 16 en 18 graden. Tracht de slaapkamer dus zeker koel genoeg te houden.
Geluid
Bij een (alerte) baby die snel wakker wordt van omgevingsgeluiden, kan de inzet van een white noise app(araat) een betere nachtrust brengen.
2 Installeer een dag -en nachtritme
Na 9 maanden in de buik waar het altijd donker is, hebben die baby’s daar uiteraard geen flauw benul van. Bovendien wil de ironie dat baby’s in de baarmoeder in slaap gewiegd worden als mama beweegt en net actief worden als mama gaat rusten.
Overdag
Goed slapen ’s nachts begint eigenlijk al overdag. Vanaf 3 weken na de geboorte kunnen we onze baby een duwtje in de goede richting geven door te streven naar een voorspelbaar ritme en hem niet voorbij z’n vermoeidheid te laten gaan. Dat ritme kan bijvoorbeeld bestaan uit een steeds terugkerende afwisseling van slapen in het babypark, voeden, knuffelen en spelen, op het ritme van ons kindje.
’s Avonds
Voorafgaand aan de natuurlijke bedtijd kunnen we stilaan een slaapritueel introduceren en ons kindje te slapen leggen in zijn bedje of co-sleeper. Wat die natuurlijke bedtijd inhoudt, kan je verderop lezen.
Het kan ook helpen om avond -en nachtvoedingen min of meer saai te houden, door de kamer donker of zwak verlicht en stil te laten.
3 Zorg voor voldoende slaap overdag
Gemiddelde slaapbehoefte
Baby’s hebben enorm veel slaap nodig per 24u:
* 0 – 3 maand: 16 – 20 uur
* 3 maanden: 16 uur
* 6 maanden: 14,5 – 15 uur
* 1 jaar: 13, 5 uur
Voor peuters is dat gemiddeld genomen:
* 2 jaar: 13 uur ( met een middagdutje van 1,5 uur)
* 3 jaar: 12, 5 uur (met een middagdutje van 1uur)
* 4 jaar: 11, 5 uur (zonder middagdutje)
Slaap leidt tot meer slaap
Als onze baby te lang wakker blijft, geraakt ons kindje oververmoeid en slaapt het slechter. Dat heeft alles te maken met het stresshormoon cortisol.
Laat je kindje dus zeker overdag zijn dutjes doen, al moet je meer moeite doen bij een alerte baby.
Alerte baby’s
Daarbij is het duidelijkste kenmerk de nieuwsgierige blik, de opengesperde ogen waarmee de baby onafgebroken de mensen en de omgeving in zich opneemt. Zo’n baby geeuwt eventjes en kijkt vervolgens weer lustig rond.
De signalen dat hij moe is, worden daardoor minder makkelijk opgepikt. Bijgevolg blijft de baby veel langer wakker dan hij eigenlijk aankan. Hij raakt oververmoeid en gaat steeds korter en slechter slapen. Ook zal hij meer gaan huilen.
Het is dan ook belangrijk dat wij het gedrag van onze baby goed leren interpreteren en daar op een adequate manier op ingaan. Het resultaat zal een beter slapende en meer tevreden baby zijn.
4 Stel een vaste, vroege bedtijd in
Kinderen hebben allemaal een voor hen unieke, natuurlijke bedtijd
Die natuurlijke bedtijd ligt tot 6 jaar tussen 18u en 20u. Gaan jonge kinderen voorbij hun natuurlijke bedtijd, dan maken ze opnieuw het eerder genoemde stresshormoon cortisol aan. We kunnen dit merken aan plots, hyperactief gedrag bij het in bed leggen. Ons kindje zal moeilijk in slaap te geraken, misschien ’s nachts een (aantal) keer wakker worden, en ’s ochtends even vroeg of zelfs vroeger wakker worden.
Zoek uit wat de natuurlijke bedtijd van jouw kindje is
Het is dus aangewezen om uit te zoeken op welk moment die natuurlijke bedtijd voor ons eigen kindje ligt. Op die manier helpen we onze baby om steeds makkelijker zelfstandig in slaap te vallen.
5 Let op de signalen van je kind dat het moe is
Elk kindje geeft aan wanneer het moe is
Aan de hand van welke signalen we dat kunnen zien, dat verschilt van baby tot baby. Wel is het heel belangrijk om ze niet te missen. Voor we het immers goed en wel beseffen, zitten we met een hyperactieve baby in plaats van eentje die moe is en klaar voor bedtijd.
Mogelijke signalen van moeheid
- Rood omrande ogen
- wrijven in de ogen
- In de verte staren met een glazige blik
- Wegkijken
- Gezichtje in je borst begraven
- Met de handjes aan de oren of het (achter)hoofd zitten
- Fladderen met armen of benen
- Stil worden
- Geen interesse meer in spelen of andere mensen
- Geeuwen (uiteraard)
6 Leg je kindje slaperig maar wakker in zijn bedje
Zelfstandig in slaap leren vallen
Wanneer onze baby moe en slaperig in bed gelegd wordt, maar nog wakker genoeg is, beseft hij dat hij alleen in zijn bedje ligt. Bijgevolg kan hij oefenen om zelfstandig in slaap te vallen op zijn natuurlijke bedtijd.
Valt ons kindje effectief zelfstandig in slaap, dan zal hij dat ’s nachts ook steeds beter en beter kunnen. Bovendien zijn baby’s vanaf 4 maanden steeds meer in staat om zichzelf gerust te stellen wanneer ze ‘s nachts wakker worden.
7 Creëer een slaapritueel
Zo weet ons lichaam dat het tijd is om te gaan slapen
Wanneer we een voorspelbare routine hanteren met steeds dezelfde handelingen voor het slapen gaan, dan kan onze baby zich ontspannen en mentaal voorbereiden.
Huilen bij aanvang van het slaapritueel
Sommige kindjes gaan huilen als de bedtijdroutine start, maar eigenlijk is dat een goed teken. Het wil zeggen dat onze baby wéét dat het bijna slaaptijd is. Om de overgang nog minder abrupt te maken, kan je iets vroeger starten met het slaapritueel zodat je kindje kan wennen aan het idee en zich erbij neerleggen.
8 Bouw afhankelijke slaapassociaties zo snel mogelijk af
Een afhankelijke slaapassociatie zorgt ervoor dat ons kindje steeds onze hulp nodig heeft om in slaap te vallen. In “Slaap kindje slaap: over baby’s slaap en slaapassociaties” kan je hier meer over lezen.
Voeding
Een pasgeboren baby valt nog regelmatig tijdens een voeding in slaap. Dat is heel normaal. Borstmelk zit namelijk boordevol melatonine. Dat is een slaap-inducerend hormoon dat baby’s in tegenstelling tot volwassenen nog niet zelf kunnen aanmaken.
Hoewel borstvoeding dus dé manier is om onze kleine schat in slaap te krijgen, kunnen nachtvoedingen met zowel borst als fles op de duur heel belastend zijn.
Willen we hier stilaan vanaf stappen, dan kunnen we ons kindje langzaam laten wennen aan het zelf in slaap vallen in zijn bedje.
Dat kan door af te bouwen in kleine stapjes:
1. We starten zoals gewoonlijk met de laatste voeding voor bedtijd.
2. Wanneer we merken dat ons kindje zijn oogjes niet meer kan openhouden of de pauzes tussen elke slok langer worden, halen we de borst of fles uit zijn mondje.
3. We leggen onze baby slaperig, maar wakker in zijn bedje neer.
4. Huilt onze baby? Dan proberen we hem te troosten en te kalmeren zonder hem uit z’n bedje te nemen.
5. Blijft ons kindje huilen en laat het zich niet troosten, dan geven we de borst of fles verder en we herhalen heel het proces van 1 tot 3.
6. Enkele dagen later vervroegen we het moment waarop we de borst of fles uit het mondje halen en onze baby in zijn bedje leggen.
7. We blijven 6. doen totdat de voeding niet meer nodig is.
Fopspeen
Pasgeboren baby’s hebben een grote zuigreflex. Een tutje kan dan handig zijn om te sussen en te troosten.
Vanaf 4 maanden neem je beter het tutje weg. Zoniet ontstaat er een afhankelijke associatie. Aangezien een kindje op die leeftijd z’n fopspeen vaak nog niet zelf kan terugvinden, kan het gebeuren dat mama of papa er ’s nachts regelmatig uit moeten om het tutje aan te reiken.
Ik loste dit op door Kleine Man z’n bedje te voorzien van een stuk of 5 tutjes, zodat hij er altijd wel eentje terugvond. Een knuffeldoekje waaraan de fopspeen hangt, kan het kindje eveneens helpen om sneller het tutje terug te vinden. Zo’n doekje mag omwille van wiegendood echter pas vanaf 6 maand.
Besluit
Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de reeks rond baby’s en slapen.
De meeste tips zoals hierboven beschreven, paste ik zelf ook toe bij Kleine Man. Sommige tips waren mij nog niet bekend. Ik ontdekte ze pas toen ik mijn kennis rond slaap bij jonge kinderen wat wilde bijspijkeren. Mijn Kleine Ventje begon na aanvang van de kleuterschool immers moeizamer te slapen.
Zo leerde hij op school op korte tijd enorm veel dingen bij. Aangezien we tijdens onze slaap opgedane indrukken en informatie van overdag verwerken, had dit invloed op zowel zijn inslapen als zijn doorslapen.
De bovengenoemde tips bieden dus geen garantie dat onze kroost heel zijn kindertijd netjes de nacht blijft doorslapen. Zoals dat met alles gaat, komt het leven er doorfietsen en worden er regelmatig nieuwe fasen ingeluid. Aan ons om eventuele moeilijkheden die kunnen opduiken in elke fase te tackelen.
Verloopt het slapen van je kindje moeilijk? Heb je graag ondersteuning nodig?
Geef me gerust een seintje en we bekijken samen hoe ik jou kan helpen:
Bronnen:
Susan Willekes: “Slaap! Hoe je baby van 0-12 maanden doorslaapt.” Uitgeverij Spectrum, 2017.
Nathalie Schittekatte: “Slaap, baby, slaap. De slaapgids van 0 tot 6 maanden.” Uitgeverij Lannoo, 2020.