het dagelijkse leven met kinderen kan behoorlijk chaotisch zijn, vooral tijdens de peuter- en kleuterjaren.
In deze periode willen kinderen alles tegelijk, terwijl ze nog niet altijd begrijpen wat ze echt nodig hebben.
Dit kan leiden tot frustratie, zowel bij de kinderen als bij ons als ouders.
In “Wat is (on)aanvaardbaar gedrag?” bespraken we dat het bepalen van grenzen en regels vaak begint bij onszelf.
In deze blogpost wil ik er graag op wijzen dat het de moeite loont om onszelf ook eens in de wensen van ons kind te verplaatsen en vervolgens een gezonde afweging te maken.
Hoe zorgen we ervoor dat we niet in een machtsstrijd belanden, maar dat we toch duidelijk onze grenzen aangeven?
Machtsstrijd
Dagelijkse routines zoals aankleden, eten, tandenpoetsen en naar bed gaan zijn vaak momenten waarop spanningen kunnen ontstaan tussen ouder en kind.
Deze ogenschijnlijk eenvoudige activiteiten kunnen al gauw uitmonden in een machtsstrijd, waarbij beide partijen hun wil proberen door te drukken.
Wanneer dit gebeurt, zijn er eigenlijk maar twee uitkomsten: ofwel wint ons kind, ofwel winnen wij.
Als ouder hebben we vaak het voordeel van ervaring, redelijkheid en een beter begrip van de situatie, waardoor de kans groot is dat wij “winnen”.
Wanneer ons kind keer op keer het gevoel heeft dat het “verliest” tijdens zulke conflicten, kan ons kind kan zich onbegrepen, machteloos of zelfs gefrustreerd voelen.
Dit kan leiden tot een opeenstapeling van negatieve emoties en uiteindelijk zorgen voor een negatieve impact op de band die we met ons kind hebben.
Daarnaast is het belangrijk om te realiseren dat een kind zich niet altijd bewust is van de redenen achter onze beslissingen. Wat voor ons logisch en rationeel lijkt, kan voor een kind verwarrend en frustrerend zijn.
Ze begrijpen nog niet volledig waarom bepaalde dingen wel of niet mogen, en het kan moeilijk voor hen zijn om de gevolgen van hun gedrag te overzien.
Het doel is daarom niet om te “winnen” in deze situaties, maar om een manier te vinden om onze kinderen te begeleiden zonder dat ze zich een verliezer voelen.
Dit vraagt om geduld, empathie en een bereidheid om naar ons kind te luisteren. Door begrip te tonen voor hun gevoelens en samen naar oplossingen te zoeken, kunnen we voorkomen dat dagelijkse routines steeds weer uitdraaien op een machtsstrijd.
Zoek naar een gulden middenweg tussen je eigen wensen en die van je kind
Het is ontzettend belangrijk om een evenwicht te vinden tussen wat wij willen en wat ons kind nodig heeft. We willen immers niet dat dagelijkse situaties voortdurend uitmonden in een machtsstrijd.
Conflicten over alledaagse dingen zijn niet alleen uitputtend, ze zijn ook niet bepaald bevorderlijk voor een gelukkig gezinsleven.
Dit betekent natuurlijk niet dat ons kind altijd zijn zin moet krijgen.
Wat het wél betekent, is dat we onszelf regelmatig durven afvragen waarom we eigenlijk een grens trekken. Is het echt nodig om vast te houden aan ons standpunt, of is er ruimte voor een compromis?
In plaats van steeds onze wil door te drukken, kunnen we samen met ons kind naar oplossingen zoeken die voor ons beiden werken.
Dit kan beginnen bij kleine dingen, zoals het laten kiezen tussen twee outfits of het samen bepalen van een routine voor het tandenpoetsen.
Door onze kinderen te betrekken bij deze beslissingen, geven we hen een gevoel van controle en verantwoordelijkheid. Dat helpt om machtsstrijd te voorkomen en de relatie te versterken.
Geef kort en duidelijk aan wat je verwacht
Het is belangrijk dat we onze kinderen op een heldere en eenvoudige manier uitleggen wat wel en niet mag.
Hoe duidelijker we zijn in onze verwachtingen, hoe minder vaak we hen hoeven bij te sturen of dingen moeten verbieden.
Door kort en krachtig te communiceren, helpen we onze kinderen om de regels beter te onthouden en te begrijpen waarom ze belangrijk zijn.
Pas je boodschap aan aan de leeftijd van je kind
Tot en met 4 jaar kunnen we naast het geven van een verbale boodschap ook best hetgeen we willen uitleggen laten zien, voordoen (bijvoorbeeld aan de hand van een knuffeldier of pop) of er samen over lezen.
Vanaf 5 jaar kunnen we meer complexe regels beginnen uit te leggen en al een iets langere uitleg geven.
Maar ook dan is het goed om in ons achterhoofd te houden dat een 5-jarige nog redelijk impulsief is en regels die het in onze ogen zou moeten kennen aan zijn laars kan lappen.
Niet omdat ons kind tegendraads of lastig is, maar gewoon omdat het zijn impulsen nog niet voldoende onder controle heeft. Dat is helaas een oefening die nog minstens 15 jaar kan duren, omdat het menselijke brein pas rond 25 jaar volledig ontwikkeld is.
Hou je verwachtingen realistisch
Wat vandaag een uitdaging is, kan morgen al veel soepeler verlopen. Iedere fase in de ontwikkeling van onze kinderen is met andere woorden tijdelijk.
Zo hebben vooral jonge kinderen een beperkte controle over hun impulsen en emotionele reacties. Dit betekent dat ze soms dingen doen die we misschien als ongepast beschouwen, simpelweg omdat ze nog bezig zijn met het ontwikkelen van zelfbeheersing en begrip.
Beseffen in welk ontwikkelingsfase ons kind zich bevindt en accepteren dat het oefenen en herhalen van regels deel uitmaakt van zijn groei, kan ons helpen om geduldiger te zijn en ons niet te verliezen in frustraties.
Bijgevolg kunnen we onze verwachtingen afstemmen op de leeftijd en ontwikkelingsfase van onze kinderen, en van daaruit stap voor stap werken aan de verbetering van de vaardigheden die ze nog moeten leren.
Op die manier creëren we een omgeving waarin zij zich ondersteund voelen in plaats van overweldigd.
Dit voorkomt onnodige conflicten en draagt bij aan een meer harmonieuze gezinsdynamiek.
Neen zeggen en driftbuien
Komt er ondanks onze duidelijke boodschap toch een botsing tussen wat ons kind wil en wat wij willen… en iedereen weet dat dit stuk onvermijdelijk is, dan zullen we toch ook een (aantal) keertje(s) “nee” moeten zeggen.
Durf neen zeggen wanneer jij vindt dat het moet
Soms lijkt het in onze huidige maatschappij alsof we dat niet meer mogen; “nee” zeggen tegen ons kind.
Misschien voel je de blikken van anderen in de supermarkt terwijl je peuter vanuit zijn buggy heel gangpad 4 bijeen brult en ondertussen met zijn armen en benen in het rond schopt, omdat hij iets niet krijgt.
Laat je hierdoor echter niet van de wijs brengen.
Grenzen stellen en nee zeggen is een normaal en noodzakelijk onderdeel is van opvoeding. Het helpt kinderen om te leren omgaan met teleurstellingen en het bevordert een gezond gezinsklimaat.
Blijf dus gerust bij je beslissing en laat je niet ontmoedigen door de mogelijke meningen van anderen.
Negeer driftbuien en maak je (samen) uit de voeten
Wanneer er een driftbui ontstaat, is het vaak het beste om te negeren. Dit geldt zowel voor de driftbui van ons kind als voor de nieuwsgierige blikken van andere mensen.
Tijdens zo’n moment van frustratie is het vaak moeilijk om door te dringen tot ons kind. Het is normaal dat hij zijn emoties niet meer onder controle heeft en zichzelf uitdrukt door te stampvoeten, te schoppen, te slaan, op de grond te liggen, te rollen of te brullen.
In deze situaties kunnen we dus beter proberen om ons kind even met rust te laten, zodat de emoties wat kunnen zakken.
Ondertussen is het handig om onszelf uit de situatie te verwijderen, bijvoorbeeld door richting de kassa te gaan als we in een winkel zijn.
Bied troost na de bui
Zodra de driftbui is uitgewoed, is het belangrijk om op een empathische manier met ons kind te communiceren.
Dit betekent dat we ons kind erkennen in zijn gevoelens en hem troost bieden zonder de grenzen die we eerder hebben gesteld te ondermijnen.
Zo kunnen we bijvoorbeeld zeggen: “Ik begrijp dat je graag dat snoepje / koekje / … wilde. Die zijn lekker hè schat. Op zus of zo moment (na het middageten / met het 4-uurtje / na het avondeten/ …) mag jij een snoepje / koekje.”
Daarnaast kan het helpen om onze intonatie aan te passen om onze empathie te tonen. Een rustige, warme en begripvolle toon kan veel doen om te laten zien dat we meeleven met de frustratie van ons kind. Dit kan een geruststellend effect hebben en helpt om de communicatie te herstellen na de uitbarsting.
Het doel is niet alleen om grenzen te stellen, maar ook om ons kind te leren omgaan met zijn emoties op een gezonde manier.
In sommige situaties kan het nuttig zijn om kort uit te leggen waarom we “nee” hebben gezegd. Dit biedt context en helpt ons kind te begrijpen dat de grens die we stellen niet willekeurig is, maar een onderdeel van een groter geheel.
Door deze aanpak bevorderen we een positieve interactie, zelfs in moeilijke momenten, en helpen we ons kind te begrijpen dat zijn gevoelens valide zijn, terwijl we toch duidelijke grenzen behouden.
Bedenk eerlijk waarom je nee zegt en durf bijsturen
Vaak maken ouders zich zorgen dat als ze niet consequent zijn, hun kind leert dat “nee” geen echte “nee” is. Ze lijken te vrezen dat dit kan leiden tot meer driftbuien in de toekomst, omdat het kind dan misschien denkt dat het alsnog zijn zin kan krijgen als het zich maar driftig genoeg gedraagt.
Persoonlijk geloof ik niet dat deze benadering noodzakelijk is.
Het is veel effectiever om elke situatie individueel te bekijken en eerlijk te overwegen of onze beslissing om “nee” te zeggen goed onderbouwd is.
Dit betekent dat we ons moeten durven afvragen: “Waarom zeg ik nu eigenlijk ‘nee’? Wat zou er gebeuren als ik ‘ja’ zou zeggen? Heeft mijn kind misschien gewoon honger, en kan ik hem in dat geval iets aanbieden dat binnen de grenzen valt, zoals een stukje appel of een kerstomaatje?”
Door deze vragen te stellen, geven we ons kind het gevoel dat zijn behoeften en gevoelens belangrijk voor ons zijn. We leren ons kind dat grenzen stellen geen kwestie is van willekeurige weigeringen, maar van doordachte beslissingen.
Dit versterkt de band met onze kinderen, omdat ze zien dat we hun perspectief waarderen en serieus nemen, zelfs als we grenzen stellen.
Besluit
Helaas bestaat er geen perfecte methode die ons uitlegt hoe we moeten omgaan met onze kids op de momenten dat er chaotisch aan toe gaat. Elk kind is nu eenmaal anders, en wat werkt bij het ene kind kan volledig de mist ingaan bij het andere kind.
Ik merk dat het loont als we voor onszelf uitzoeken welke methode van grenzen stellen het beste bij ons past. Verder helpt het als we ons best doen om onze kinderen zo goed mogelijk te leren kennen, zodat we weten wat werkt bij hen en wat niet.
Bovendien is het helemaal geslaagd als we bij het ontmoeten van elkaars grenzen samen een oplossing zoeken en we ons deugnietje daarin actief kunnen betrekken.
Ook al zijn onze peuters en kleuters nog zo klein en kunnen ze nog niet alles goed onder woorden brengen, ze weten vaak donders goed wat ze willen of net niet.
Wil je graag te weten komen hoe je kan opvoeden zonder al te veel straffen, ga dan zeker naar “Belonen en straffen, waarom opvoeden met zo min mogelijk straf beter werkt.”
Bij dit artikel horen er allerlei leuke extra’s. Die kan je bekijken door lid te worden van De Opvoedcoaching Community op Facebook!
Bronnen:
H. Janssen: “Kinderen vragen om duidelijkheid.” Uitgeverij Rainbow, Amsterdam 1998.
H. Montgomery: “De zeven stappen naar succesvol ouderschap. Van peuter tot kleuter.” A.W. Uitgevers B.V., 2019.
T. Gordon: “De Gordon Methode. Luisteren naar kinderen. Van contact naar verbinding binnen het gezin.” Kosmos Uitgevers, 2020.