In “Grenzen stellen op een positieve manier” zien we dat onze kinderen duidelijke grenzen en regels nodig hebben. Zo weten ze waar ze aan toe zijn, en dat geeft hen een veilig gevoel.
De grenzen en regels die wij hanteren in de opvoeding van onze kinderen kunnen in meerdere of mindere mate verschillen van de grenzen en regels van andere ouders.
Dat komt omdat we bij het bepalen van grenzen onszelf (al dan niet bewust) de vragen stellen: „Wat vind ik aanvaardbaar (gedrag)?”, “Wat vind ik totaal niet kunnen?”, “Waar ligt voor mij de grens?”.
We vertrekken hierbij dus vooral vanuit onszelf.
Wat is voor mij (on)aanvaardbaar gedrag?
De grens tussen wat aanvaardbaar en onaanvaardbaar gedrag is, verschilt van ouder tot ouder.
Sommige ouders zijn behoorlijk tolerant en accepteren veel van hun kinderen, zonder snel het gevoel te hebben dat iets echt niet door de beugel kan. Andere ouders daarentegen schrikken al snel op wanneer hun kind iets doet dat volgens hen niet gepast is.
Dit betekent niet dat de ene ouder het bij het juiste eind heeft en de andere niet; het toont vooral aan hoe verschillend we allemaal zijn.
Neem bijvoorbeeld het scenario waarin een kind acht keer achter elkaar het licht aan en uit doet. Er is geen enkele wet die dat verbiedt, maar misschien maak ik me als ouder zorgen dat dit de lichtschakelaars kan beschadigen, of dat er een lamp kan doorbranden. En stel je voor dat hij dat ook gaat doen als we ergens op bezoek zijn?!
In feite zijn het mijn eigen gevoelens en zorgen die bepalen of ik dit gedrag toelaat of liever wil stoppen.
Mama en papa op één lijn
In een ideaal gezin zitten ouders op één lijn als het gaat om opvoeding, maar in de realiteit zijn meningsverschillen heel normaal.
Verschillende opvoedstijlen en persoonlijke achtergronden kunnen leiden tot spannende discussies. Het kan soms wat ongemakkelijk voelen om een compromis te maken, vooral over onderwerpen die je echt belangrijk vindt.
Toch kan het juist heel waardevol zijn om stil te staan bij waarom bepaalde dingen belangrijk voor jou zijn, en waarom je partner er anders over denkt. Dit opent immers de deur naar een open gesprek tussen jullie, wat kan helpen om meer begrip en empathie voor elkaar te ontwikkelen.
Dat is een groeiproces, en hoewel er goede en minder goede dagen zijn, draagt deze open communicatie ertoe bij dat jullie als partners vaak sterker uit deze gesprekken komen met een meer samenhangende opvoedingsaanpak.
Wat met oma en opa?
Ook wanneer we onze ouders of schoonouders inschakelen voor de opvang van onze kinderen, worden we regelmatig geconfronteerd met de vraag waar onze grenzen liggen. Denk maar aan al die momenten waarop wij iets verbieden of toestaan, terwijl de grootouders in dezelfde situatie juist het tegenovergestelde doen.
Hoe belangrijk we een bepaalde grens ook vinden, probeer je altijd te herinneren dat grootouders een andere rol hebben dan wij als ouders. Ze accepteren vaak meer van hun kleinkinderen dan ze destijds van ons als kinderen deden.
Daarnaast is het juist positief dat onze kinderen van jongs af aan leren dat “ander huis, andere regels” geldt. Dit helpt hen begrijpen dat je dezelfde dingen op verschillende manier kan aanpakken, en dat er niet persé één juiste manier is om de dingen te doen.
Drie soorten grenzen
Eigenlijk zijn alle grenzen en regels op te delen in drie herkenbare categorieën: grenzen met het oog op veiligheid, grenzen vanuit de eigen behoeften en grenzen vanuit de eigen waarden.
1. Grenzen met het oog op veiligheid
Leg uit waarom we iets gevaarlijk vinden
Onze kinderen kunnen (nog) niet alle gevolgen van hun eigen handelen inschatten. Naarmate ze ouder worden, zullen ze meer inzicht krijgen in de gevolgen van hun daden en zich daarnaar gedragen.
Als ouder zijn wij als het ware voorgeprogrammeerd om te waken over hun veiligheid. Zodra er plots een gevaarlijke situatie dreigt te ontstaan, gaan we naar ons beste vermogen ingrijpen om ons kind zo snel mogelijk te beschermen.
Wanneer ons kind terug veilig en wel is, is het belangrijk dat we (op het niveau van ons kind) uitleggen waarom we hebben ingegrepen. Een grens zonder verdere uitleg is immers te onduidelijk voor een kind en kan ervoor zorgen dat het niet leert uit de gevaarlijke situatie.
Ga eerlijk om met vragen en verzet
Daarnaast kan elke grens die we aangeven vragen en verzet oproepen. We kennen hem allemaal, de uitspraak “ja, maar…!”
Dat is normaal en vaak ook heel logisch vanuit kinderen hun beleving. Het betekent dat ze meer duiding van ons nodig hebben over waarom we iets zo belangrijk vinden.
Soms wordt met hun verzet heel onze redenering op losse schroeven gezet. Het is dan aan ons om te proberen open te staan voor de argumenten van onze kinderen, maar tegelijk ook in te schatten wat goed voor ze is, wat hun behoeften zijn en waar onze eigen grenzen liggen.
En soms betekent dat dat we voet bij stuk moeten houden, dat onze “neen” een “neen” blijft, ook op de momenten dat we daar geen energie voor hebben. Jonge kinderen weten immers heel vaak nog niet wat goed voor ze is en wat ze nodig hebben.
Maak een gezonde afweging tussen te weinig en te veel veiligheidsgrenzen
Wanneer we ons kind te weinig wijzen op (mogelijk) gevaarlijke situaties, gebeurt er misschien iets ergs dat we hadden kunnen voorkomen.
Gaan we te veel focussen op veiligheidsgrenzen, dan gaan we ons overbezorgd gedragen naar onze kinderen toe. Op de duur wordt het moeilijk om te genieten van het dagelijkse leven, want overal kan wel gevaar loeren.
Ook hen doen we hier allerminst een cadeau mee. Ze krijgen immers niet de kans om zelf te ontdekken welke gevolgen hun gedrag heeft en om daar zelf verantwoordelijkheid voor te leren dragen.
Zo lopen ze het risico om een negatief zelfbeeld en faalangst te ontwikkelen (“Ik kan niets!”).
2. Grenzen vanuit de eigen behoeften
Leer je kind dat mama en papa ook maar gewone mensen zijn
Velen onder ons denken dat ze, zodra ze mama en papa worden, een soort “super mens” moeten worden. Ze gaan zich op een bepaalde manier gedragen omdat ze denken dat ouders zich zo horen te gedragen.
Ze vinden dat ze ten allen tijde consequent, tolerant, en eerlijk moeten zijn. Dat ze hun eigen verlangens opzij moeten zetten voor hun kroost. Dat ze een antwoord op alles en een oplossing voor elk probleem moeten hebben. En dat ze ook nog eens moeten vermijden om de fouten te maken die hun ouders ooit met hen gemaakt hebben.
Wij zijn echter allemaal maar gewone mensen. Elk met onze eigen gebreken en verlangens, onze eigen behoeften aan voldoende slaap en rust, eten, beweging, geborgenheid, respect, plezier, aanvaarding en erkenning, creativiteit, vertrouwen en nog zoveel meer.
Doe regelmatig ook eens iets voor jezelf
Waarom zouden we onze eigen behoeften voortdurend moeten opzij zetten en onszelf wegcijferen voor onze kroost? Waarom zouden we onszelf niet meer mogen zijn nu we ouders zijn?
Kinderen waarderen echtheid en menselijkheid in hun ouders net enorm. Bovendien leren ze van jongs af aan dat andere mensen ook behoeften en verlangens hebben en dat zij daar op gezette tijden rekening mee moeten houden.
Zoek naar een oplossing als jullie behoeften met elkaar botsen
Wat dan te doen op de momenten dat de behoeften van onze kinderen botsen met onze eigen behoeften? Onze kids hebben op zo’n moment duidelijkheid nodig. Die kunnen we hen geven door enerzijds onze eigen behoeften zo helder mogelijk onder woorden te brengen, anderzijds te onderzoeken wat hun behoeften op dat moment zijn.
Daarmee zeggen we eigenlijk aan ons kind: “Jij bent belangrijk, en ik ook. Ik wil graag rekening houden met jou, want ik hou van jou. Maar ik heb op dit moment een andere behoefte dan jij en ik verwacht dat jij daar ook rekening mee houdt. Hoe kunnen we dit oplossen?”
3. Grenzen vanuit de eigen waarden
Geef zelf het goede voorbeeld
Opvoeden bestaat voor een groot stuk uit het overbrengen van onze eigen waarden en normen.
Een belangrijke bedenking hierbij is dat we niemand, ook onze eigen kinderen niet, kunnen dwingen om onze waarden en normen over te nemen. Wel kunnen we hier onze invloed op uitoefenen door zelf het goede voorbeeld te geven.
Praat met je kind over je waarden en normen
Een andere mogelijkheid is praten over onze waarden en normen. Ook bij jonge kinderen kan je dat al doen, zeker vanaf het moment dat ze veel waarom-vragen beginnen te stellen.
Al vereist het wel onze eerlijkheid en openheid om na te gaan waarom wij de dingen op een bepaalde manier doen en dat proberen uit te leggen aan onze kids.
Als we onze kinderen de kans geven om op hun beurt te vertellen wat ze daarover denken en waardevol vinden, zonder dat we onmiddellijk een oordeel uitspreken over hun mening, dan geven we ze eigenlijk de kans om gaandeweg te ontdekken “wat is voor mij nu eigenlijk belangrijk in het leven?”
Besluit
Het mag wel duidelijk zijn dat we onze kinderen enorm veel moeten bijbrengen tijdens het opgroeien.
Grenzen meegeven aan onze kroost is daarvan één van de moeilijkere dingen. Onze kinderen willen immers voortdurend van alles en soms weten ze eigenlijk niet wat ze willen. Bovendien kunnen ze nog maar moeilijk de gevolgen inschatten van wat ze willen.
Door op een eerlijke manier te kijken naar wat we zelf heel belangrijk vinden en waarom we dat belangrijk vinden, kunnen we toch een zekere rust vinden.
Door soms heel bewust te kiezen voor een andere manier van aanpakken. Of te gaan voor een gulden middenweg tussen onze eigen behoeften en de wensen van onze kroost.
In “Machtsstrijd, neen zeggen en driftbuien” bekijken we wat we kunnen doen om zoveel mogelijk uit conflictsituaties te blijven en enkel die strijd aan te gaan die er echt toe doet voor ons.
Hoe je op een positieve manier grenzen kan leren stellen, ontdek je in mijn gratis werkboek “Kalm & Positief grenzen stellen”.
Bronnen:
H. Janssen: “Kinderen vragen om duidelijkheid.” Uitgeverij Rainbow, Amsterdam 1998.
H. Montgomery: “De zeven stappen naar succesvol ouderschap. Van peuter tot kleuter.” A.W. Uitgevers B.V., 2019.
T. Gordon: “De Gordon Methode. Luisteren naar kinderen. Van contact naar verbinding binnen het gezin.” Kosmos Uitgevers, 2020.